Is dit herkenbaar voor jou?
Ze hebben al van alles onderzocht, maar er kwam geen duidelijke conclusie uit. Nu ben je naar huis gestuurd met de stempel 'Prikkelbare Darm Syndroom' of 'Spastische Darm' en moet je er maar 'mee leren leven'. Alleen wil jij een oorzaak weten van je opgeblazen gevoel, obstipatie, diarree en pijnlijke buik. En nog belangrijker, je wil er nu ook eens vanaf....
Darmklachten hebben altijd een oorzaak
Het probleem is dat er vaak niet ver genoeg wordt gezocht naar een oorzaak van de klachten. Als kPNI orthomoleculair therapeut gaan wij een aantal stappen verder om toch die oorzaak te vinden. Vaak lukt dat ook!
Wat zijn mogelijke oorzaken van darmklachten?
Er zijn heel wat oorzaken die darmklachten kunnen veroorzaken. Je kunt daarbij denken aan:
- Een lekkende darm (leaky gut, verhoogd doorlaatbare darm)
- Een tekort aan maagzuur (reflux)
- Een overgroei aan ‘slechte’ bacteriën (SIBO)
- Een tekort aan spijsverteringsenzymen (exocriene pancreasinsufficiëntie (EPI))
- Fructose malabsorptie
- Overbelasting van gisten/schimmels
- Overbelasting parasieten
- Ontstekingen in de darm
- Een verminderde afbraak- of overbelasting van histamine
- Voedingsmiddelenallergie of -intolerantie
- Glutensensitiviteit of coeliakie
- Hormonale disbalans
- Chronische stress
Alle ziekten beginnen in de darm
Gezonde darmen zijn de basis voor een goede gezondheid
Vanuit wetenschappelijk onderzoek wordt steeds duidelijker dat de darmen een cruciaal effect hebben op de gezondheid. Dat is ook niet vreemd, aangezien de darmen ontzettend veel functies vervullen. Je weet vast al dat de darmen belangrijk zijn voor het verteren van voeding en de stoelgang, maar de darmen doen nog veel meer.
In de darmen zit namelijk een zeer belangrijk deel van het immuunsysteem. Dit wordt ook wel de eerste linie van het immuunsysteem genoemd.
De darm is als het ware de poort van buiten naar binnen. Voedingsstoffen worden hier opgenomen, maar ziekteverwekkende bacteriën en virussen moeten zoveel mogelijk buiten blijven. Een complex samenspel waarbij een hoop verschillende componenten in de darm er telkens voor moeten zorgen dat de juiste keuzes gemaakt kunnen worden.
Dit maakt de darm een veelzijdig systeem, maar ook erg kwetsbaar. Want als darm niet meer optimaal functioneert, komt het immuunsysteem onder druk te staan en kunnen vanuit daar klachten ontstaan. De vraag is dan welk component (of componenten) onvoldoende functioneert.
Dit is waar darmonderzoek zeer waardevol kan zijn.
Voor wie kan darmonderzoek (ontlasting onderzoek) waardevol zijn?
Darmonderzoek is niet alleen maar waardevol bij mensen die last hebben van diarree, obstipatie of andere darmklachten. Ook wanneer er geen darmklachten (lijken) te zijn, kan darmonderzoek zeer waardevol zijn bij klachten zoals:
- (Chronische) vermoeidheid
- Overgewicht
- Allergieën
- Depressie
- Huidproblemen
- Maagklachten
- Verlaagde weerstand of vaak terugkerende infecties
- Terugkerende hoofdpijn of migraine
- Stoornissen in de (suiker)stofwisseling
Wat ontdek je met een darmonderzoek?
- Of de oorzaak van je fysieke klachten kan komen door een parasiet, bacterie of schimmel
- Of de darm teveel doorlaatbaar is, waardoor lichaamsvreemde stoffen meer kans hebben het lichaam binnen te dringen
- Of er moeite is met de vertering van bepaalde voedingsstoffen
- Of er een voedingsovergevoeligheid of voedingsallergie aanwezig is
- Of er een histamine-overbelasting aanwezig is
- Of er voldoende goede darmbacteriën of teveel slechte darmbacteriën aanwezig zijn
- Of er teveel afvalstoffen worden geproduceerd
- Of er ontstekingen in de darm aanwezig zijn
Al deze zaken worden ontdekt door middel van het onderzoeken van verschillende waardes in de ontlasting. Hieronder staan deze waardes in detail beschreven.
Diversiteit van bacteriën
Hoe groter de diversiteit, hoe groter de beschermende werking van het microbioom kan zijn en hoe groter ook de ondersteuning is voor de gezondheid en verzorging van het darmepitheel. Meerdere soorten bacteriën dragen bij aan de vorming van een fysiologisch darmmilieu. De bacteriële diversiteit van de darm kan aanzienlijk variëren. Het microbioom van gezonde mensen bevat 300 tot 500 bacteriesoorten. Bij mensen met klachten is de diversiteit aan bacteriën duidelijk minder.
pH-waarde (zuurtegraad)
Deze waarde geeft zicht op de stofwisselingsprocessen in de darm. Een hoger dan normale waarde geeft een overgroei van aërobe bacteriën, vooral Enterococcen en Enterobacteriën, aan. Dit is een veel voorkomende oorzaak van een SIBO.
Een verlaagde waarde is een indicatie voor een te grote productie van vrije vetzuren.
Enterotypen (darmflora-typen)
De darmbacteriën van ieder mens blijken qua samenstelling in 3 groepen te kunnen worden ondergebracht. Deze groepen worden enterotypes genoemd. Zo’n enterotype is vergelijkbaar met een bloedgroep. Elk enterotype heeft een karakteristieke, stabiele samenstelling van populaties darmbacteriën met kenmerkende eigenschappen.
Het meest voorkomende darmflora-type is Rumminococcus (enterotype 3). Daarnaast zijn er de typen Bacteroides (enterotype 1) en Prevotella (enterotype 2). De ingewikkelde namen van deze enterotypen zijn afkomstig van de bacteriën die het betreffende darmflora-type domineren. Omdat de dominante bacteriën allemaal heel anders zijn, heeft elk enterotype unieke eigenschappen.
Zo neemt elk type darmflora via een andere route bruikbare voedingsstoffen op uit de darm. Entertype 1 is optimaal ingesteld op het fermenteren van vet, vetzuren, proteïnen en aminozuren. Koolhydraten worden bij enterotype 1 echter aanzienlijk slechter gemetaboliseerd dan bij enterotype 2. Enterotype 2 kan op haar beurt weer onvoldoende vet en proteïne metaboliseren.
Bij enterotype 1 past dus een dieet met meer vetten en eiwitten en bij enterotype 2 past juist een dieet met voldoende koolhydraten.
Ook de productie van vitaminen verschilt sterk tussen de drie typen. Bacteroides bacteriën produceren bijvoorbeeld vooral vitamine C, B2, B5 en H, terwijl Prevotella bacteriën een hele hoop vitamine B1 en foliumzuur aanmaken.
Butyraatproducerende bacteriën (energie)
Butyraat (ook boterzuur genoemd) is één van de belangijkste korte-keten-vetzuren (andere zijn propion- en azijnzuur). Een groot deel van de butyraat gebruiken darmbacteriën voor hun energievoorziening. Het is hun belangrijkste energiebron om te overleven, hun taken voor jouw gezondheid uit te voeren, zich te vermenigvuldigen en het mogelijk te maken dat jij een gevarieerde darmflora hebt. Een deel van het boterzuur wordt gebruikt voor de energievoorziening van onze darmwand. En daarnaast heeft butyraat ver buiten de darm een enorme invloed op onze gezondheid.
Mucineproductie en slijmvliesbarrière
Epitheelcellen in de dikke darm worden normaliter bedekt door een slijmlaag (mucinelaag) wat bescherming geeft. Wanneer deze slijmlaag beschadigd is of wanneer er onvoldoende mucine gevormd kan worden, kunnen pathogenen, schadelijke stoffen of allergenen in direct contact komen met het slijmvlies, wat leidt tot ontstekingen. Het in stand houden van een intacte slijmvliesbarrière beschermt tegen bacteriële translocatie (LPS) en daarmee tegen ontstekingen. De bacterie Akkermansia muciniphila is in belangrijke mate hierbij betrokken, doordat deze de slijmproductie in de slijmbekercellen stimuleert.
Immunogeen werkende bacteriën (Lactobacillus, Enterococcus, Escherichia)
E. coli en Enterococcen werken immunogeen en zijn in samenspel met andere bacteriën hoofdzakelijk verantwoordelijk voor de immuunmodulerende werking van de microbiota. Lactobacillen vormen samen met de Enterococcen de belangrijkste vertegenwoordigers van de dunne darmflora. Ook zij zijn immunogeen werkend, ze werken anti-inflammatoir en stabiliseren het darmmilieu. Ze kunnen antibiotica-achtige substanties vormen (bacteriocine) die de verspreiding van endogene ziekteverwekkers tegengaan.
Schimmels en gisten (candida)
Hier denken de meeste mensen aan Candida Albicans. En die wordt ook bepaald, maar er zijn er meer. In totaal worden 7 verschillende Candida soorten bepaald.
Histamine
Histamine die in de darm vrijkomt en niet wordt afgebroken, wordt met de ontlasting uitgescheiden. Een verhoogde histamine-concentratie in feces kan o.a. worden veroorzaakt door het eten van histaminerijke voedingsmiddelen, maar ook door een voedselallergie, overmatige stress, histamine producerende bacteriën of een afbraakstoornis. Bij een positief testresultaat moet eigenlijk altijd aanvullende diagnostiek worden verricht om de juiste oorzaak te achterhalen.
Parasieten
In het onderzoek worden de 6 meest voorkomende parasieten gemeten. Een aantal van de gemeten parasieten zijn soms via de reguliere weg al getest, zoals bijvoorbeeld Giardia lambia en Entamoebe histolytica. Cryptosporidium spp en Cyclospora cayetanensis zitten ook standaard in het rijtje, al zijn dit meestal niet de boosdoeners.
De 2 meest voorkomende parasieten worden via de reguliere weg doorgaans níet getest. Dit zijn Blastocystis hominis en de Dientamoebe fragilis en worden bij dit darmonderzoek wel meegenomen.
Vertering van vetten, koolhydraten, eiwitten
De spijsverteringsresten die in de ontlasting worden gevonden: suiker, vet, stikstof, water. Deze geven inzicht in de effectiviteit van de vertering.
Calprotectine
Calprotectine wordt ook regulier gebruikt om darmontsteking aan te tonen. Als de calprotectine verhoogd is dan betekent dat ontstekingsactiviteit die al wat langer of intensiever is. Als deze waarde verhoogd is, is de kans op een voedselallergie ook toegenomen.
Een normale waarden is onder de 50 mg/l. Hoe hoger de waarde, hoe ernstiger de ontsteking. Bij inflammatoire darmziekten zoals Crohn of Colitis kan de waarde tijdens een opvlamming stijgen naar 3000 mg/l en hoger. Bij waardes tussen de 100 en 300 mg/l merken sommige mensen nog weinig behalve vermoeidheid. Anderen hebben hier constant buikpijn van.
Alpha-1-antytripsine
Verhoogde waardes α-1-antitripsine duiden op inflammatoire slijmvliesirritaties, die tot malabsorptie van micronutriënten kunnen leiden. Verhoogde α-1-antitripsine waardes gaan gepaard met een verhoogde doorlaatbaarheid van het darmslijmvlies. Voedselallergenen kunnen dan in grote hoeveelheden de mucosa passeren en daarmee het achterliggende immuunsysteem belasten.
Secretorisch IgA
SIgA beschermt tegen virussen, slechte micro-organismen, allergieën en gifstoffen en maakt ze onschadelijk zónder ontsteking te veroorzaken. Als de sIgA waarde te laag is, wijst dit er op dat de afweer sterk verlaagd is en de infectiegevoeligheid verhoogd is. Mogelijke oorzaken zijn een vervelende ziekteverwekker of parasiet of de aanwezigheid van voedselintoleranties.
Zonuline (doorlaatbaarheid darm)
Hoge spiegels van zonuline gaan gepaard met een verhoogde permeabiliteit (ook wel leaky gut of lekkende darm genoemd). Lage spiegels betekenen een stabiele en dichte slijmvliesbarrière. Een verhoogde permeabiliteit van het slijmvlies kan geassocieerd worden met inflammatoire slijmvlies reacties en kan sensibilisaties induceren. Verhoogde waardes zijn vaak te zien bij coeliakie, diabetes mellitus type 1 of talrijke auto-immuunaandoeningen.
Pancreas-elastase
De stof pancreas-elastase geeft aan of de alvleesklier voldoende spijsverteringsenzymen aanmaakt. De minimale waarde is 200 µg/g, maar een echt gezonde alvleesklier scoort boven de 400 µg/g. Als de pancreaselastase waarde laag is, is er vaak een connectie met de bloedsuikerregulatie en de gevoeligheid voor insuline. Bij de meeste mensen is dit goed te herstellen.
Galzuren
Galzuren zijn nodig voor je vetvertering. De galzuren helpen ook om de darmen in beweging te houden, zodat je regelmatig ontlasting hebt. Galzuren moeten ook weer op tijd en voldoende opgenomen worden. Ze worden als het ware ‘gerecycled’. Als dit recycle proces niet goed loopt en er te veel galzuren in de ontlasting blijven, dan zorgt dit voor diarree. Met het onderzoek wordt alleen duidelijk of de galzuren voldoende terug opgenomen worden.
Darmonderzoek
Hieronder alle parameters die worden meegenomen in het darmonderzoek.
Overzicht parameters
- Diversiteit van bacteriën
- pH-waarde (zuurtegraad)
- Enterotypen
- Butyraatproducerende bacteriën (energie)
- Mucineproductie en slijmvliesbarrière
- Immunogeen werkende bacteriën (Lactobacillus, Enterococcus, Escherichia)
- Schimmels en gisten (candida)
- Histamine
- Parasieten
- Vertering van vetten, koolhydraten, eiwitten
- Calprotectine
- Alpha-1-antytripsine
- Secretorisch IgA
- Zonuline (doorlaatbaarheid darm)
- Pancreas-elastase
- Galzuren
Inclusief:
- 2 consulten (mogelijk vergoed door zorgverzekering)
- Uitgebreid behandelplan
Hoe gaat het in zijn werk?
Darmonderzoek (feces/ontlasting onderzoek) is een optioneel onderdeel van onze consulten. Dit onderzoek kan als extra diagnostisch hulpmiddel worden ingezet, naast de diagnostiek vanuit de anamnese.
Let op: de anamnese (vraaggesprek) hanteren wij als primair uitgangspunt van al onze consulten. Wij zullen dus nooit een therapieplan maken op basis van alleen de uitslag van (darm)onderzoek. Wij vinden dat namelijk te kortzichtig en hebben daar ook minder goede resultaten mee. Als er afwijkende waardes worden gevonden in het onderzoek, dan is het nog altijd de vraag wat de oorzaken daarvan zijn. Niet passende voeding kan natuurlijk een belangrijke oorzaak zijn, maar ook emotionele-, mentale-, of sociale stress. Hier wordt dan ook naar gekeken in onze consulten, zodat we een zo compleet mogelijk plaatje kunnen maken van alle mogelijke risicofactoren die van invloed kunnen zijn op de gezondheid van de darm.
Wij werken met een gerenommeerd laboratorium genaamd Biovis. De analyse wordt gedaan door het Microbiome Center (opgericht door artsen).
Na het eerste consult krijg je voor het darmonderzoek één of meerdere testkits thuis gestuurd.
De ontlasting kan alleen worden ingestuurd op maandag t/m donderdag 17.00 uur. Vergeet daarbij geen handtekening en afnamedatum op het aanvraagformulier te zetten.
Wat gebeurt er na het darmonderzoek?
Binnen één à twee weken nadat jij je ontlasting hebt opgestuurd naar het laboratorium, staat de uitslag in je account.
Aan de hand hiervan stellen wij een therapieplan op met adviezen over voeding, supplementen, beweging, ontspanning, ademhalingsoefeningen of iets wat te maken heeft met een bepaalde stressfactor. Dit bespreken we allemaal in het 2e consult.
Soms kan het zijn dat naar aanleiding van de uitslag vervolgonderzoek gewenst is. Dit zal altijd eerst met je worden besproken.
Vervolgens ga jij volop aan de slag met het therapieplan. Mocht je na een week of 4 tot 6 van alle klachten af zijn, dan is een vervolgconsult niet nodig. Willen je klachten niet of nauwelijks verminderen, dan is het aan te raden om nog een vervolgconsult in te plannen.
Hoe ik je kan helpen
Ik kan je inzicht geven in de factoren die invloed hebben op jouw gezondheid en op welke gebieden je macht hebt. Op deze manier begeleid ik je naar een gezonde leefstijl. Je blijft wel ten alle tijden zelf verantwoordelijk voor het resultaat. Jij moet het doen!
Ik kan je niet helpen als je:
- Opzoek bent naar een wonderpil
- Snel resultaat wilt zonder veranderingen te willen doorvoeren in leefstijl
- Geen interesse hebt in de oorzaak van klachten
- Niet bereid bent om te investeren in je gezondheid
Ik kan je wel helpen als je:
- Leider wilt worden van je eigen gezondheid
- Open staat voor nieuwe ideeën
- Snapt dat je zelf aan de slag moet om gezonder te leven
- Graag hulp, tips en informatie wilt om zo een vliegende start te maken